Hildebrandt-orgel Jacobikirche Sangerhausen
Sangerhausen, Jacobikirche - Hildebrandt-orgel
Bouwer
Zacharias Hildebrandt
Jaar van oplevering
1728
1603 nieuwbouw II/P/24 door E. Greutzcher in bestaande kas
1726-1728 nieuwbouw door Z. Hildebrandt
19de en 20ste eeuw veranderingen en renovaties
1976-1978 ingrijpende restauratie door Hermann Eule, Orgelbau naar situatie 1728, toevoeging van 3 pedaalregisters
Technische gegevens
Werkindeling
Hauptwerk, Brustwerk, Pedalwerk
Dispositie
Hauptwerk (I)
13 stemmen
Bordun 16'
Principal 8'
Gedackt 8'
Quintadena 8'
Oktava 4'
Spitzflöte 4'
Quinta 3'
Octava 2'
Cimbel III
Cornet IV
Trompete 8'
Vox humana 8'
Brustwerk (II)
10 stemmen
Still Gedackt 8'
Rohrflöte 8'
Violdigamba 8'
Prinzipal 4'
Rohrflöte 4'
Nassat 3'
Octave 2'
Quinta 1½'
Siflet 1'
Cimbeln III
Pedalwerk
7 stemmen
Prinzipalbaß 16'
Subbaß 16'
Oktavenbaß 8'
Gedacktbaß 8'
Choralbaß 4'
Rauschbaß IV
Posaunenbaß 16'
Speelhulpen
Tremulant Brustwerk
Schwebung ad usum vocis humanae
Koppel
Brustwerk-Hauptwerk
Toonhoogte (1728)
koortoon
Toonhoogte (1978)
a1 = 440 Hz bij 18º
Temperatuur (1978)
gelijkzwevend
Manuaalomvang (1728)
CD-c3
Manuaalomvang (1978)
CD-d3
Pedaalomvang (1728)
CD-c1
Pedaalomvang (1978)
CD-d1
Winddruk (1978)
76 mm WS
De invloed van Gottfried Silbermann is in de dispositie van het Hildebrandt-orgel van de Jacobikirche te Sangerhausen goed waarneembaar. Het orgel heeft een strijkregister, bezit o.a. een Nassat 3', Siflet 1', Cornet IV en een aantal 16', 8' en 4'-registers, daarnaast een Rauschbaß IV en Posaunenbaß 16' in het pedaal. Een Nassat 3' komt bij andere orgels van Hildebrandt ook voor. Het prestantenkoor heeft een omvang van 16' tot 2' hetgeen bij alle tweeklaviers Hildebrandt-orgels voorkomt, daarentegen hebben zijn drieklaviers instrumenten een omvang tot 1'. Het fluitenkoor bezit o.a. een Spitzflöte 4', een register, dat bij door Bach gekeurde instrumenten al te zien was bij het Wender-orgel in de Neue Kirche teArnstadt, wordt door Hildebrandt ook in de Stadtkirche St. Wenzel te Naumburg gedisponeerd. Gottfried Silbermann plaatste deze stem ook regelmatig op zijn orgels.
Het voor de concertante muziek ideale register Stil Gedackt 8' is bij de overige orgels van Hildebrandt, maar ook bij de instrumenten van Gottfried Silbermann niet gedisponeerd waardoor een mogelijke beinvloeding van Bach waarneembaar is, die het register immers kende vanuit zijn muziek-praktijk in Arnstadt, Mühlhausen en Leipzig.
Het orgel bezit geen Sesquialtera, desondanks bezit het instrument een Cornet IV. Later zal Hildebrandt op zijn orgel voor de Stadtkirche St. Wenzel te Naumburg voor het eerst een Sesquialtera plaatsen.
De combinatie Quinta 3'en 1½' is vaker te zien bij Hildebrandt. Bij de orgels die Bach keurde is deze combinatie ook gedisponeerd in het Fincke-orgel van de Johanniskirche te Gera en het Scheibe-orgel van de Leipziger Paulinerkirche.
Het disponeren van een Cimbeln naast een Mixtur komt bij Hildebrandt zijn instrumenten vaker voor. Bach had deze combinatie bij Wenders orgel in de Neue Kirche te Arnstadt al leren kennen. In Bachs dispositie-ontwerp voor het orgel van de Marienkirche te Berka is de combinatie Mixtur/Cymbel ook opgenomen. Hildebrandt plaatst, zoals hij wel vaker deed, eveneens een Cymbel op het Brustwerk.
Naast de op Midden-Duitse barok-orgels gebruikelijke Trompete 8' is een Vox humana 8' gedisponeerd, een linguaal die vaker te zien is bij Hildebrandt-orgels.
Het orgel bezit geen cymbelster. De karakteristieke Thüringse traditie om dit werktuig te plaatsen is bij orgels van Hildebrandt (met uitzondering van het orgel in de Stadtkirche St. Wenzel te Naumburg) niet gebruikelijk.
Naast de reguliere tremulant plaatst Hildebrandt een Schwebung, speciaal bestemt voor de Vox humana. Deze tremulantvorm is, op het Albrecht-orgel van de Stadtkirche te Langewiesen na, niet te zien bij de door Bach gekeurde orgels.